Twee aandachtspunten voor beleid noemt Anja Machielse aan het einde van haar lezing: ga door met publieke bewustwordingscampagnes en betrek de hele samenleving. Ze ziet hoe de aanpak van eenzaamheid de afgelopen decennia veranderd is van privéprobleem naar maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Sinds de jaren negentig, toen de eerste onderzoeken eenzaamheid onder de loep namen, is het thema geëvolueerd van een genegeerd privéprobleem naar een belangrijk beleidsthema. Aanvankelijk zagen beleidsmakers eenzaamheid als een kwestie van zelfredzaamheid: “Je moet je netwerk zelf maar vergroten’’. Dit is drastisch veranderd: in 2009 ontstond de stichting Coalitie Erbij en in 2018startte het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid van het ministerie van VWS. Er zijn in bijna alle gemeenten lokale aanpakken met coalities, campagnes, een Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid en een Wetenschappelijke Adviescommissie.

Beeld: © Ministerie van VWS

Prof. em. Anja Machielse

Universeel menselijk gevoel

Ondanks deze inspanningen voelt een substantieel deel van de bevolking zich nog steeds eenzaam. De complexiteit van eenzaamheid zit hem erin dat het een universeel menselijk gevoel is dat iedereen op verschillende momenten kan overkomen. Het is diep geworteld in onze fundamentele behoefte aan nabijheid, intimiteit en erkenning.

Cruciale uitdaging: het taboe

Een cruciale uitdaging is het taboe dat op eenzaamheid rust. Machielse noemt in haar lezing de 39-jarige Louis, die na zijn scheiding zich eenzaam voelde. Hij ervaarde eenzaamheid als persoonlijk falen en schaamde zich, wat hem ervan weerhield erover te praten of verbinding te zoeken. Dit komt vaak voor en kan tijdelijke eenzaamheid chronisch maken. Om dat te voorkomen moeten we eenzaamheid erkennen als iets dat bij het leven hoort. Alleen dán ontstaat ruimte voor openheid, begrip, en steun.

Maatschappelijke versnelling

Bovendien is eenzaamheid meer dan een persoonlijke beleving; het is verweven met de maatschappelijke context. Sociologische trends, zoals de maatschappelijke cultuur van versnelling – zo benoemd door de Duitse socioloog Hartmut Rosa - en het maakbaarheidsdenken dat succes en zelfredzaamheid centraal stelt, bemoeilijken het toegeven van kwetsbaarheid. Bovendien zijn tegenwoordig veel contacten digitaal. Volgens filosoof Cees Zweistra líjken online contacten weliswaar op verbinding, maar missen ze de diepgang, de wederkerigheid en de fysieke aanwezigheid die essentieel zijn voor echte sociale interactie.  De constante online vergelijking en de druk om succesvol te zijn dragen bij aan een gevoel van 'niet erbij horen'.

Uitspraken

In haar verhaal wisselt Machielse kennis en inzichten af met uitspraken van mensen die ze in haar onderzoeken sprak. Zoals Rik, een alleenstaande man van 50 jaar, over zijn kijk op de samenleving en de moeite die hij ermee heeft.

Ze noemen het vooruitgang, maar ik zie al die veranderingen eerder als een achteruitgang”, zegt hij. “Ik vind dat de meeste mensen het gewoon heel druk hebben met hun eigen besognes. Kijk maar eens in je eigen straat of wijk: daar is het toch ieder voor zich? Iedereen is tegenwoordig losgezongen van het gemeenschappelijke. Ik mis de betrokkenheid van vroeger. Dat was toen veel vanzelfsprekender dan nu.

Machielse gaat in haar lezing verder in op wat eenzaamheid is en de gevolgen ervan. Aan het einde van de lezing komt Machielse met twee aandachtspunten voor beleid.

Campagnes om bespreekbaar te maken

Ten eerste zijn bewustwordingscampagnes nodig om het stigma rond eenzaamheid te verminderen. En zo het belang van positieve sociale verbindingen voor de gezondheid te benadrukken. Het eenzame gevoel wegstoppen is schadelijk. Het houdt ook anderen op afstand, omdat – in de woorden van de Amerikaanse psycholoog en eenzaamheidsonderzoeker John Cacioppo - eenzaamheid je kan inkapselen, en zo een beschermlaag wordt die contact onmogelijk maakt, hoe graag je dat contact ook wil. Praten over eenzaamheid kan juist nieuwe mogelijkheden en perspectieven naar voren brengen. Anderen kunnen helpen om verwachtingen bij te stellen, en stimuleren om nieuwe wegen in te slaan.

Hele samenleving betrekken

Ten tweede moet beleid gericht zijn op het stimuleren van ondersteunende omgevingen en sociale verbindingen op elk niveau van de samenleving. Omgaan met eenzaamheid vereist niet alleen persoonlijke kracht, maar ook steun van anderen. Vanuit de eigen sociale omgeving tot vrijwilligers en professionals. Zeker in tijden van tegenslag. Het is cruciaal dat iedereen het gevoel heeft erbij te horen, niet alleen in hechte persoonlijke relaties, maar ook in bredere sociale verbanden zoals werk, buurt, en verenigingen.

Ook kleine vormen van interactie helpen, bijvoorbeeld op openbare plekken. Het belang van bankjes, kletskassa’s of de openbare bibliotheek moeten we niet onderschatten, zegt Machielse. Zulke interacties hoeven niet meteen tot een vriendschap te leiden, maar kunnen er wel voor zorgen dat anonieme vreemden vertrouwde vreemden worden, wat bijdraagt aan een gevoel van verbondenheid.

Een praatje

Een mooi voorbeeld is Antoinette, een weduwe van 80 jaar, die Machielse sprak over haar dagelijkse bezoek aan de openbare leeszaal.

Ik ga naar bibliotheek om de krant te lezen. Dan denk je misschien: waarom koop je zelf geen krant? Kijk, natuurlijk kan ik wel een krant kopen, maar dan zit ik weer alleen. Dáár heb ik mensen om me heen. Dat is toch veel prettiger? Dat je aan een tafel zit met mensen. Dus ik ga naar de bibliotheek om de krant te lezen. Ik maak daar met iemand een praatje en dan ga ik weer naar huis.